· Secchi op 9 mtr = 5,0 meter.
Zie het log voor de details.
Zie alle foto’s van deze duik.
Opmerkingen: Het werd weer tijd voor een uitdaging en dus hadden we het idee gevat om het meer in de lengte over te steken, maar dan wel over de bodem.
De complete lengte is 700 meter van oever tot oever. Na een uitgebreide duikplanning waarbij gasmanagement nu erg belangrijk is hebben we individueel bepaald, wat we aan gas nodig hebben.
We gaan van het meest bizarre scenario uit dat we over een afstand van 700 meter op 18 meter gemiddeld zitten en dat is in werkelijkheid natuurlijk niet zo.
Met een snelheid van 10 meter per minuut praat je over een langzame slag, want in werkelijkheid zitten we rond de 15 meter per minuut.
Met al die veiligheden ingebouwd gaan we over de bodem heen en via een meter of 6-7 terug langs de kant. In de eerste 5 minuten is het zicht erg slecht, maar bij het eerste rifje klaart het zicht het zienderogen om na 10 minuten weer de mist in de duiken in de put. Er hangt hier een grijzige laag van een meter dik. Als John en ik door de mist glijden zie ik een dode snoek met de kop in de modder en die ligt er nog niet zo lang. De bodem stijgt wat en we komen over een soort duin met blokken klei links van ons en de luchtslangen die hier liggen. Wat het nut is van die honderden tie-raps zijn die om de zoveel centimeter zijn geplaatst om de slangen is mij nog steeds niet duidelijk. We zien verschillende diepe kuilen en komen uiteindelijk bij een ankerlijn. Die volgen we een tijdje en buigen dan weer naar rechts af. Dan gaat de bodem steevast omhoog en we komen op 9 meter aan, waar we omdraaien. Naar schatting hebben we dan zo’n 650 meter afgelegd. Op de terugweg zien we weer een ankerlijn en volgen deze naar het noordoost ponton. De bruisplaat hangt scheef op 9 meter en erbij zit een enorme wolk aasgarnalen. Op deze plek gaan we maar even drankje doen aangezien Dean al aan het drinken is.
Vervolgens zoeken we de warmte op en stijgen naar een meter of 5-6, maar dan op eens wil John graag omhoog, want er is hoge nood. Eenmaal boven blijkt ook Ted hoge nood te hebben en terwijl het duo de boel uittrekt en de bosjes induiken, gaan wij even rondkijken.
Prompt ligt er op 1,5 meter diepte een paling heel rustig te slapen.
Dean signaleert een grote paling en ook nog even een snoek. Als John en Ted weer bij ons komen gaan we op zoek naar het kwadrant van Dean. Er zijn grote veranderingen waar te nemen ;), want eerder was het kwadrant al overspoeld door een kleine lawine en nu staat er een blikje op. De waterpest staat hier heel hoog en en zwemmen hier grote scholen jonge baars rond. De bodem tussen de planten is wat grijzig van kleur en er ligt veel sediment op de bladeren. Er zit zelfs net onder de thermocline op 7 meter een soort schimmel. Als we bij de instap aankomen moeten we ook nog even zichtmetingen doen en de SETL platen fotograferen, want daar zijn we al een maand niet geweest. Onderweg zien we weer massa’s roeipootkreeftjes, dus dat is een goed teken.
Alle platen blijken compleet dichtgegroeid te zijn met Zebramosselen. Er zitten ook sponzen op. Op het 6 meter punt groeit een spons zelfs van de paal een gedeelte over het stalen frame.
Eenmaal weer bij de instap zie ik weer darmwier opkomen.
Een geslaagde duik van 180 minuten.