2021-10-10 Uitvogelen van een transect

Het is één van de leuke dingen van internet dat je contacten kan leggen met mensen aan de andere kant van de wereld. In Nieuw-Zeeland wordt er gedegen onderzoek gedaan naar diverse zoetwatermeren. Deze mensen zijn echte wetenschappers en hebben de tools en kennis om ook echt onderzoek te doen.
Dit is hun website: https://nzlakes.org/

Bij een online presentatie bleek er dus een manier te zijn om redelijk “eenvoudig” onderzoek te doen naar de gezondheid van een plas of meer.
Daar zijn verschillende methodes voor en het maken van een biotische index is er eentje van.
Er zijn een aantal insectensoorten en andere diersoorten die goed of slecht gedijen bij een specifieke waterkwaliteit en met een formule wordt dan het indexgetal bepaald. Dat getal geeft de mate van biologische verontreiniging weer.
In schoon water kun je steenvliegen tegenkomen, maar die verdwijnen als het water meer verontreinigd is.
Zo’n biotische index kun je ook maken op microscopisch niveau en ook bepaalde plantsoorten kun je wel/niet vinden bij een bepaalde waterkwaliteit.
Een andere methode is het maken van een zogenaamd transect of strook waarbij je noteert wat je ziet.

Op 10 oktober hebben we (Berend-Jan en Marcel en ik) het geprobeerd en het bleek nog best pittig te zijn.
Als locatie hebben we een helling uitgekozen waarop deels mosselen groeiden. Die zijn vorig jaar vrijwel allemaal afgestorven en we zagen inmiddels al nieuwe aanwas van mosselen. Dat zou een uitgelezen moment zijn om te kijken hoe snel het zich hersteld.
Maar ja, hoe pakken we een transect precies aan met z’n drieën?
We moeten taken verdelen.
Berend-Jan heeft een meetlint mee van 50 meter en gaat ‘m uitrollen van ondiep naar diep. Hij zal de diepte noteren en dingen die hij ziet. Marcel zal het meetlint weer achter ons oprollen. Ik ga elke meter noteren wat ik zie en meet de temperatuur.

We zwemmen naar de locatie aan de Noordzijde. Berend-Jan heeft wat stokken gevonden en prikt er eentje in de bodem waaraan het meetlint wordt bevestigd op 1 meter diepte.
We zwemmen pal Zuid en rollen het lint af. We eindigen op een kale vlakte van 11 meter diep. Van daaruit starten we.

Transect van 50 meter op de Noord-Zuid lijn.

Berend-Jan pakt de rechterkant van het meetlint en ik pak de linkerkant. Marcel heeft de oneervolle taak om het lint achter ons op te rollen.
Tja, dan ga je heel nauwkeurig kijken, maar wat zien we nu eigenlijk?
Dan blijkt het definiëren en opschrijven van wat je echt ziet, echt wel lastig. Foto’s bieden toch meer houvast, maar leren kijken en beschrijven is ook belangrijk.
We schrijven elke meter zo goed mogelijk alles op en dan zien we ook iets opmerkelijks wat ons anders nooit was opgevallen. Watermijten tussen de 10 en 9 meter die die crème en zwart gevlekt zijn. Ze lijken wel te glijden over de bodem met vloeiende bewegingen in willekeurige richtingen.

We werken zo de hele vijftig meter af en de bodem verloopt van zachte modder tot zand, waarbij er verspreid lege mosselschalen liggen die steeds een grotere dichtheid krijgen, maar er liggen ook her en der stenen die qua dichtheid toenemen rond de 3,5 meter diepte. Alle stenen die we zien zijn begroeid met jonge mosseltjes.
Daarover later meer.

Darmwier

Berend-Jan merkt op 10 meter diepte een draadwier op. Het blijkt darmwier te zijn, want ook later kom ik het tegen op verschillende dieptes.
De enige waterplanten die we zien zijn kort en grasachtig. Ik heb te weinig kennis om die te determineren, maar ik denk dat het een soort fonteinkruid is of Zanichellia.
De notities van Berend-Jan en mij van dit transect lees je in dit overzicht .
We moeten dit proces nog eens goed onder de loep nemen en uitwerken/verfijnen als we hiermee door willen gaan.


MOSSELEN
Dan nog even terugkomend op de jonge mosselen die zich nu massaal manifesteren.
Die mosselen kunnen zorgen voor een verbetering van het doorzicht, omdat ze fytoplankton en organisch zwevend materiaal filteren. Ik heb gezien dat mosselen wel blauwalgen opnemen, maar ze spugen het het ook weer uit net als ander onverteerbaar materiaal.
Kijk even naar de onderstaande foto’s.
De eerste drie foto’s zijn van het voordek van het zeilbootwrak. De eerste foto is van 03-10-2020 en je kunt nog net aan de kale metalen bolder/kikker zien door de blauwalgen heen. Op de tweede foto van november 2020 is de bolder/kikker nog steeds kaal.
De derde foto is van 10 oktober 2021. De bolder/kikker zit vol met jonge mosselen.
De laatste drie foto’s is van de Stuurboordzijde en laat het zelfde patroon zien.


Als je uiteindelijk de foto’s van Meetpunt 3 op 9 meter diepte gaat kijken dan is deze:
– tussen 01-09-2013 en 18-09-2016 volledig bedekt geweest met levende mosselen.
– tussen 18-09-2016 en 22-09-2019 vrijwel kaal tot een klein deel bedekt geweest met levende mosselen.
– vanaf 10-10-2021 weer volledig bedekt met levende jonge mosselen.

Feiten over het mengsysteem:
– 2013 in het geheel uit geweest.
– 2014 vanaf 1 augustus systeem gestart.
– 2015 Hele seizoen met beperkte capaciteit gedraaid
– 2016 April is het mengsysteem definitief ontmanteld.
– 2021 April Start nieuwe mengsysteem.

Als je de mosseldekking en de feiten naast elkaar legt, kun je daar een conclusie uittrekken.
De mosselpopulatie profiteert dus van een goede menging waarbij zuurstofrijk water de diepere lagen bereikt.

Dank aan Marcel en Berend-Jan voor hun hulp en gezelligheid!!