Het is een frisse maandagavond en Jeroen en ik hebben nog wat werk te doen. Op 12 april hebben we één stijgval geplaatst en dat kun je lezen in het vorige blog.
We moeten nu echt wel de DPV (onderwater scooter) gebruiken, want we moeten een flinke afstand afleggen. Als Jeroen terugkomt na het neerleggen van z’n scooter in het water, heeft ie een glimlach op z’n gezicht. “Het ziet er veelbelovend uit Axel.”
En ja het is ontzettend helder en we gaan eerst maar eens even kijken bij het kerstbomenbos.
Het lijkt erop dat een snoek zijn daar z’n vaste plekkie heeft gevonden. Er zit ook een paling in een boom.
Helaas zitten er nog geen baarseieren in, terwijl Vinkeveen je over de baarseieren struikelt. Nu heb ik het log en de foto’s nagelopen en in de Bosplas is de kans groter dat er pas in mei gelegd gaat worden. De watertemperatuur zit zo rond de 11 graden Celsius.
Vanaf het bos gaan we naar de eerste stijgval, waar ik een datalogger bijplaats. Ik hoop dat iedereen het ook laat zitten.
Van daaruit moeten we 10 minuten scooteren naar de volgende plek. Daar gaan we een fles op 7 meter plaatsen. Deze staat nu op een mosselbed. Ik heb nog twee dataloggers besteld, maar deze moeten we later nog even bij de flessen plaatsen.
We gaan verder in Zuidelijke koers verder en verhip we zien grote dotten groene algen. Als die uitbreiden, dan gaan daar weer palingen in zitten zoals dat 10 jaar geleden ook zo was.
Bij een grote plaat gebroken klei is de bovenzijde rood gekleurd en er zitten hydroïdpoliepen (Cordylophora) op deze specifieke plaat, maar op andere kleiblokken in de buurt niet.
Hydroïdpoliepen houden over het algemeen van stroming en op deze plek voelen en zien Jeroen en ik ook stroming. We denken dat de wind daar wel iets mee te maken heeft.
Ik maak foto’s van het blok en zie ook een soort van eitjes erop. Nou gebruiken snoekbaarzen deze vlakke platen als nestplaats, maar de snoekbaars is in geen velden of wegen te bekennen.
Verderop ziet Jeroen een paling terwijl ik op dat moment een begroeide vislijn zie die verstrikt zit in een boeilijn die het eind van een beluchtingslang aangeeft. Deze boei zit een paar meter onderwater hoor. Op die verticale boeilijn zitten prachtige sponzen.
Jeroen begint gelijk met het opruimen van de vislijn, nadat ik ‘m los snijdt. Het loodje zit aan de boeilijn en ik neem deze mee. Er komt geen einde deze lijn en zigzagt over de bodem. Als dat klaar is besluiten we om direct over te steken richting Noordwest op volle kracht. Je merkt het goed als je van 7 meter naar 8 meter diepte zakt, want het voelt een stuk kouder, maar het is feitelijk maar 1 graadje verschil. Er is op een locatie een prachtig vlak op 7 meter, maar er is geen enkel herkenningspunt om de fles terug te vinden als we het daar zouden plaatsen, Zodoende gaan we door. Het duurt 20 minuten alvorens ik denk een geschikte plek te hebben gevonden, maar het is me te zanderig.
Evengoed plaatsen we de fles. We zijn daarna wel heel snel bij het paviljoen? Yep die fles staat helemaal verkeerd en moeten we later nog weer verplaatsen en een stuk touw over de bodem leggen, waarmee we een herkenningspunt moeten maken.
Er groeien bij de instap alweer plantjes met heel veel (ik denk) diepslakjes of iets in die richting. Zoals gebruikelijk doen we na de duik koffie met koek. De wind is echt koud joh en ik ben blij dat ik een heet koppie koffie kan vasthouden. Mijn rechter knieholte is weer nat en dat moet ik even nakijken en maar weer dichtkitten. Het vreemde is dat het opeens lekt. Maar ja binnen de groep is een droogpaklek altijd een leuk punt van discussie. Welk pak is wel 100% waterdicht en welke is bestand tegen intensief gebruik.